Aan het einde van de les kun je:
De sluitertijd bepaalt hoe lang je camera licht toelaat op de sensor.
Je kunt het zien als de tijd dat je camera zijn “oog” openhoudt.
Hoe langer de sluitertijd, hoe meer licht binnenkomt – maar ook hoe groter de kans op bewegingsonscherpte.
Voorbeelden
We gaan spelen met beweging!
1 – Beweging bevriezen
2 – Beweging laten zien
3 – Pannen (extra uitdaging)
Reflectie:
Wat vind jij mooier – een scherpe bevroren foto of juist eentje waarin de beweging zichtbaar is?
Een histogram is een grafiek die laat zien hoe de helderheid van je foto verdeeld is.
Je vindt het histogram vaak terug bij de info-optie als je je foto bekijkt.
Waar let je op?
Een sneeuwlandschap hoort lichte pieken te hebben, terwijl een bos juist donker mag zijn.
Een foto kan technisch goed zijn, maar je weinig doen.
Of technisch “fout”, maar toch raken.
Daarom kijken we bij het bespreken van foto’s naar drie criteria:
Denk aan:
Wat wil de fotograaf laten zien of voelen?
“Een onscherpe foto is niet per se slecht, als de onscherpte iets vertelt.”
Tip: beoordeel een foto eerst op bedoeling, daarna pas op techniek.
Je kunt je foto’s handig terugvinden door een vaste naamstructuur te gebruiken:
initialen_datum_onderwerp
bijv. sdg_041125_sluitertijdauto
Druk je favoriete beelden af — het helpt je om ze beter te beoordelen en ervan te leren.
Opdracht 1 – Landschap
Opdracht 2 – Paddenstoel
Extra: maak een kleine serie van drie – omgeving, geheel en detail.
Opdracht 3 – Perspectief
Tijdens de volgende bijeenkomst:
Volgende les: 9 december 2025

